Het eerste dat me opvalt is de knoert van een zendmast op de Sacramentskerk, eerder nog dan het kruis. Onder dit dak vinden op zondag 8 april 2018 twee lezingen plaats: Ole Dammegård komt praten over “The latest False Flags in the world”, Ronald Bernard stelt zijn project B of Joy voor. In dit artikel bespreek ik enkel de eerste lezing van de Deense Zweed Dammegård.
De organisatie van het dubbelevenement “Fake News – Echte Waarheid” was in handen van DVM-TV, organisatie van Irma Schiffers, handelaar in complotten, en Studium Generale Breda. Dit is een organisatie die, evenals de oprichter Coen Vermeeren, niet verbonden is aan welke academische instelling dan ook.
Een 200-tal zitjes worden bezet door een vrij divers publiek: er zij net zo goed groepjes vriendinnen, dertigers en veertigers, als enkele jonge kameraden en oudere koppels. Toch overweegt grijs op een achtergrond van beginnend kaal: de obligate blanke man van post-middelbare leeftijd met verbeten trek die aangeeft hoe groot het eigen gelijk precies is. Ook de Vlaamse complotpaus Peter Vereecke waart hier rond.
Aanslag = false flag operation = psy-op = aanslag
Ole Dammegård begroet zijn publiek in het Engels en met een licht Scandinaafs accent. Meteen heeft hij de lachers op de hand door ook op de mogelijk aanwezigheid van agenten van inlichtingendiensten te wijzen, instrumenten van de machthebbers die spelletjes spelen tegen de mensheid. Ook bij dit zogenaamde hyperkritische publiek werkt het doorzichtige en banale trucje. Het zal een lange lezing worden, waarschuwt de man, maar het publiek is er klaar voor. Mannen en de lengte van hun lezing, ik zal het nooit begrijpen.
De titel “Terror Templates for Dummies” is uiteraard niet zonder ironie: de zaal zit vol met doorwinterde complotconsumenten, connaisseurs van de veile wegen der elite. Vanaf het begin wordt duidelijk dat zijn belangrijkste bewijsmateriaal bestaat uit foto’s gemarkeerd met pijlen en cirkels in fel complotrood.
Reeds 30 jaar bestudeert Dammegård wat in het complotjargon false flag operations genoemd wordt: gewelddaden uitgevoerd door andere (groepen) mensen dan dat de verantwoordelijken van die aanslagen willen laten uitschijnen. Een voorbeeld: de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in 2015 werd niet uitgevoerd door mensen gelieerd aan Al-Qaeda zoals de officiële versie gaat. De complotversie stelt dat de aanval gepleegd werd door agenten van de elite die ons, het publiek, willen laten geloven dat achter de moordaanslag moslimterroristen met deze of gene affiliatie zouden zitten.
Al snel wordt duidelijk dat letterlijk elke aanslag zulk een false flag operation is. Met zijn lezingen en onderzoek wil Dammegård de wakkere, kritische burgers instrumenten geven om zulke false flag operations nóg sneller te ontmaskeren. Tussen haakjes, op die zwarte woensdag, 7 januari 2015, vernam ik het verschrikkelijke nieuws enkele uren na de aanslag via berichten op Facebook die verschillende reeds opgedoken complottheorieën probeerden te ontkrachten. Twintig minuten na de aanvallen in de luchthaven van Zaventem en in Brussel op 22 maart 2016, waren er in gespecialiseerde Facebook-groepen al mensen die met schijnbaar grote zekerheid rondtoeterden dat ook dit false flag operations moesten zijn. Voor heel veel complotdenkers is false flag operation geen conclusie die men bereikt na een onderzoek, maar een grondhouding, een uitgangspunt voor het verdere onderzoek dat ze dan kritisch noemen.
Achter deze aanvallen wereldwijd zit volgens Dammegård een op absolute macht beluste elite van een paar 1000 mensen die psychologische spelletjes speelt, niet alleen met het grote (nieuws)publiek, maar met de ganse wereldbevolking. Deze toplaag voert zogenaamde psy-ops uit, aanslagen en terreuraanvallen onder valse vlag, waarop steevast een uitbarsting van emotionele reacties volgt. En dat geeft diezelfde elite dan weer extra redenen om zo mogelijk nog meer controle uit te oefenen door middel van straatcamera’s, krijgswetten en militairen op straat. In al die tijd heeft Ole gezocht naar terroristen, maar hij heeft er nog nooit één gevonden, zegt hij. Geen enkele aanslag die door de officiële media bestempeld wordt als een terreurdaad, werd door een “klassieke” terrorist uitgevoerd. In het publiek wordt instemmend geknikt: Dammegård bevestigt wat ook de luisteraars reeds lang wisten.
Pizza
Hoe de elite dat doet maakt Dammegård duidelijk aan de hand van onderstaande YouTube-video, een oude reclamestunt die trouwens in verschillende landen werd opgevoerd en gefilmd. Het scenario is gekend: één druk op de rode knop op straat zet een hele resem activiteiten in gang die steeds spannender en gewelddadiger worden. Dat is hoe ze het doen, rondt Dammegård dit stuk af, deze clip volgt dezelfde blauwdruk als echte aanslagen. Ik ben een van de weinigen die in de lach schiet bij zoveel onnozelheid.
Elke aanslag is zoals een pizza, verzekert hij ons: de vorm kan al eens afwijken, de ingrediënten zijn niet steeds hetzelfde, soms liggen er pepers op, soms stukjes ananas, maar uiteindelijk is het wel een pizza, wel een aanslag. Een false flag operation. Deze beeldende metafoor stelt hem op een merkwaardige manier in staat om te zeggen dat ook het gebrek aan bewijs op zich een bewijs is van een false flag operation.
De doelen van de aanslagen zijn steeds iconische plaatsen, genre World Trade Center, die heel wat emotionele reacties kunnen genereren. Vervolgens noemt hij enerzijds zowat elke plaats met een bekend monument op waar recentelijk een aanslag werd gepleegd en anderzijds enkele wereldberoemde monumenten, waarvan enkele niet het decor vormden van een (recente) aanslag. Doodleuk gaat hij verder met het opsommen van plaatsten die bezwaarlijk iconisch genoemd kunnen worden, genre supermarkt of busstations. Voor hem is dat doodleuk een bewijs dat “they are running out of targets”.
Anomaly hunting & cherry picking
Dit is zowat de ondertoon van zijn lezing: hij noemt enkele kenmerken op die voor hem het bewijs zijn van een false flag operation. Maar ook het ontbreken van die kenmerken toont aan dat het om een operatie onder valse vlag gaat. Het ontbreken van een bepaald ingrediënt wordt plots een bewijs dat de pizza echt wel bestaat.
Een soortgelijke redenering zet hij op in verband met oefeningen van veiligheids- en reddingsdiensten. Zulke oefeningen kondigen veelal een aanslag aan, behalve wanneer ze het niet aankondigen. Driloefeningen noemt hij een dekmantel, maar “not every drill is a set-up. Some are, some aren’t. It’s a business, a game”. En wie voorziet ons in die bescherming, of beter, wie verkoopt die bescherming? Op deze retorische vraag past enkel het antwoord “Mmmh, juist, ja”.
Hij dramt nog even door over die veiligheidsdiensten: de hulpdiensten voeren eigenlijk de explosieven, de “slachtoffers” en de “daders” aan en ze gebruiken het eigen rijdend materieel om die aanvoer voor het publiek te verbergen. Op heel wat foto’s die hij toont staat centraal een grote truck van de brandweer of een ambulance. Op latere foto’s zijn er dan weer geen grote wagens te zien die ons het zicht zouden belemmeren. En dat is een tweede truc die hij enkele keren zal opvoeren. Hij vertelt over kenmerken A, B, C, toont foto’s met A, B en C. Latere foto’s gemaakt tijdens soortgelijke gebeurtenissen moeten dan weer iets anders aantonen, pakweg kenmerken D, E en F, maar de eerder genoemde typische kenmerken A, B, C zijn in de verste verte niet te bespeuren. En vice versa.
Ook bussen verschijnen volgens hem verdacht veel op foto’s en ze worden bewust “achtergelaten” om het zicht van pottenkijkers te beperken, althans dat vertelt hij bij het tonen van een beeld waarbij de fotograaf er blijkbaar voor gekozen heeft om op de bus te focussen. Dat kan niet, dat is onmogelijk, onlogisch, fulmineert hij. Wat er zo onlogisch is aan bussen in een Europese grootstad, vermeldt hij niet! Dat die bussen achtergelaten worden bij rampen vindt hij blijkbaar ook verdacht. Dat chauffeurs bizar lijkende manoeuvre uithalen direct na een aanslag, of wanneer het verkeer in de knoop zit door een aanval, kan helemaal niet.
Idem dito voor de witte bestelwagens: zij zouden de regisseur en de mensen van de special effects vervoeren naar het hartje van de aanval. Opnieuw een paar foto’s van witte camionettes net na een aanslag. Opnieuw niet verbazingwekkend in een moderne Europese grootstad. Een fotoreeks of wat later: geen witte bestelwagen meer te bespeuren. Van de meeste van die foto’s zal hij later trouwens zeggen dat de kwaliteit opvallend (en dus onlogisch en dus verdacht) goed is, opnieuw een bewijs dat het hier om een complot gaat (en niet om foto’s van, ik zeg maar wat, professionele fotografen of mensen met een goed toestel en een dosis fotografisch geluk bij een reusachtig ongeluk).
Ondertussen merk ik dat ik geprangd zit tussen twee soorten mensen: de ene vindt het nodig om luidkrakende plastic doosjes te open en zijn druifjes op te smikkelen, de andere laat zijn buren in de wijde omtrek ongevraagd weten dat ook hij op de hoogte is van heel wat false flag operations en fake aanslagen. In een zaal waar de akoestiek erbarmelijk is, kan dit soort extra achtergrondlawaai gemist worden. Het valt me steeds meer op hoe onbeschoft en luidruchtig het publiek is tijdens dit soort evenementen. Meer nog dan om te komen luisteren, lijken ze te komen om het eigen complotgebroebel uit de spreekwoordelijke onderbuik op de eerste de beste toehoorder los te laten.
Crisisacteurs
Eindeloos wansmakelijker dan gesmak en gebabbel van het al te rumoerige complotpubliek is de reactie uit de zaal bij foto’s van de slachtoffers. Zo zelfvoldaan is de gemiddelde complotdenker dat hij of zij er niet aan twijfelt: foto’s van slachtoffers zijn fake. En dus mag, moet er gespot worden met de slachtoffers op die foto’s, een hoorbaar teken dat men de botte overtuigingen van de stam deelt.
Het iconische beeld van de twee vrouwen net na de aanslag op Zaventem, de stewardess onder het stof, met verscheurd geel jasje, blik op een oneindig zwart gat, de andere aan de telefoon, is voor de wreedaardige bende het sein om deze slachtoffers smalend uit te lachen: de kans dat deze foto echt is, dat deze twee vrouwen net een dramatische aanslag hebben overleefd, is in het hoofd van een complotdenker nihil.
Crisis actors is het oordeel. Acteurs. Nep, fake, vals. Geen bloed, enkel ketchup en theatermake-up. Geen doden of gewonden, afgerukte ledematen of geplette lichaamsdelen. Niets wat de makers van een onnozel reclamespotje niet kunnen simuleren. En die acteurs, volgens de Deens-Zweedse complotkok, moeten enkel maar dood of doods kunnen kijken. En zelfs dat kunnen ze niet, verzekert hij ons. De vrouw op de foto van Zaventem kan haar lach niet inhouden, sneert Dammegård. Zo reageert men niet na een aanslag, weet hij.
De twee vrouwen zijn in de eerste plaats het bewijs van de zoveelste fake aanslag, dat “inzien” is dan weer het bewijs is van de eigen schranderheid. Nee, niemand moet de complotdenker nog iets wijsmaken. Er is geen geweten, geen erbarmen en zeker geen bescheidenheid of zelfreflectie, enkel maar het blinde, grote gelijk van deze wreedaardige bende complotverslaafden.
Crisisacteurs zijn slechte acteurs, tweederangs, derderangs, vervolgt hij. Échte acteurs hebben allemaal de rol in een film, een serie of zelfs maar een reclamespot. Het is de overschot die mag opdraven bij een aanslag, zij mogen slachtoffer spelen in het macabere spel van de elite. Trouwens, verschillende van die crisisacteurs worden net gekozen omdat ze al een arm of been missen!
Hij toont ondertussen klassiek geworden reeksen van foto’s die voor complotdenkers het bewijs vormen dat bepaalde acteurs drie, vier keer sterven. Bij één zo’n foto, van iemand met de naam Alex Israel, komt ook heel even een andere aap uit de mouw: “they hide it in plain sight”. Normaal gezien is een goede complotchef in staat om elke mogelijke code in elke stukje informatie dat hijzelf aandraagt, te “ontcijferen”, te decoderen. Maar hier moet men zelfs geen moeite doen: af en toe toont de steeds arroganter wordende elite, de zionisten van Israël dus (wat had u gedacht?) openlijk een stuk duidelijke informatie.
Mijn indruk is dat de personen op deze foto van Zaventem, een captatie van een honderdste of wat van een seconde, niet lijken te voldoen aan het clichébeeld van getraumatiseerde slachtoffers na een ramp. Zelf hebben weinigen onder ons zo’n ramp meegemaakt, kunnen weinigen onder ons inschatten in hoever de gefotografeerde realiteit verschilt van de gespeelde “realiteit” geportretteerd in een doorsnee Hollywoodfilm en hoe dat beide verschilt van de rauwe realiteit na een bomontploffing en een schietpartij tout court. Anderzijds, wanneer Dammegård foto’s toont van slachtoffers die duidelijk in paniek of shock lijken te zijn, of erger, zegt hij laconiek dat ze overdrijven en slecht acteren.
Als er dan al sprake is van medelijden met de mensen op de foto’s, dan gaat het over de dodelijke contracten die deze niet al te intelligente crisisacteurs hebben ondertekend. Ze willen enerzijds wel beroemd worden, maar het ontbreekt hen aan talent. Vandaar dat ze zich laten verleiden om in dit soort evenementen op te draven. Een beetje eigen schuld, dikke bult dus. Anderzijds worden ze bedreigd en gedwongen hun verschrikkelijk geheim te bewaren, aldus Dammegård.
Reclame
Alles wordt in scene gezet, gaat hij verder, alles is fake. De locaties van de aanslagen, die in realiteit niet zo groots en spectaculair lijken als op het scherm, worden zorgvuldig gekozen. Veelal maken de regisseurs vooraf al foto’s en bewegende beelden, weet Dammegård. Trouwens, de hoofdkwartieren van de hoofdverantwoordelijken van zulke false flag operations zijn op de meeste foto’s verborgen, althans voor de leek. Een echte complotdenker draait er zijn hand niet voor om een openbare bibliotheek of een theater te bestempelen als zo’n coördinatiecentrum.
De mallemolen draait verder: een van de terror templates is de pose met het geweer. Deze cliché, de zogenaamde terrorist met een wapen, gaat volgens hem terug op een beroemde foto van Lee Harvey Oswald, die geheel terzijde, gepoogd heeft om tegen beter weten in de aanslag op John F. Kennedy te verhinderen. “I salute him”, roept de malle Scandinaaf vooraan in de zaal. Ondertussen komt in mij een complotindigestie op. Het lukt mij steeds minder goed om tijdens dit soort bijeenkomsten rustig te blijven en mij gedeisd te houden. Ik moet dringend op zoek naar een andere hobby.
Ole verliest steeds meer de pedalen, een zoveelste dieptepunt nadert: een foto van een Londense bus met reclame voor Coca Cola, van een Stockholmse truck van de brouwerij die Kall Öl produceert? Een smartphone die een kogel zou hebben tegengehouden, een bijna doorzeefde laptop, de Toyota’s van ISIS? Niet meer of niet minder dan bewijzen van product placement. Platte reclame van grote bedrijven die bij een grote aanslag de mogelijkheid krijgen om hun product in de kijker te zetten. De man wordt niet met zachte dwang van het podium gehaald, mensen rondom mij knikken. In de wereld van complotdenkers kan deze man niet anders dan gelijk hebben, wat hij ook zegt.
Codes, overal codes
Zoals eerder vermeld, behoort Ole Dammegård tot het soort complotdenkers dat overal codes meent te moeten ontwaren. Het decoderen is andermaal een bewijs van zowel het complot als van de eigen bovengemiddelde schranderheid. Veelal steken de echte regisseurs deze codes heel bewust in hun activiteiten. Doorwinterde complotdenkers menen dat de hoogst intelligente daders van false flag operations enkel met de allerslimsten, enkel met allerontwaaksten communiceren. Met hen dus. “If they show us clues and we don’t see them, then they think we deserve it [the attatck] for not seeing the clues.”
Aanslagen worden dikwijls op de 22ste van de maand uitgevoerd, dat is een code, dat is een deel van de operatie. Een foto na de aanslag in de Parijse concertzaal Bataclan zou alle slachtoffers tonen in een cirkel, een macabere verwijzing naar het logo van Brussels Airport. Charlie Hebdo, want “Je suis Charlie” betekent eigenlijk “ik ben een idioot”. Ik heb eerlijk gezegd geen idee waarover hij het heeft. Charlie Hebdo, dat bevat het woordje Charlie, wat kennen we van Checkpoint Charlie, probeert hij nog. Deze poging tot zingeving is volgens mij ook geen blijvertje in de complotlore.
Slachtoffers en daders
De slachtoffers van de aanslagen komen steeds uit zeer vele landen, en ook dat is ten zeerste verdacht. Ik heb me al vragen gesteld van Dammegårds perceptie van het moderne leven grootsteden, met zijn alomtegenwoordige autobussen, suspecte witte vans en schijnheilige hulpdiensten. Opnieuw stel ik me vragen bij de luiheid van zijn denken. Men kan niet aanvoeren dat de aanslagen plaatsvinden bij belangrijke monumenten in ’s werelds belangrijkste steden, die veelal ook toeristische trekpleisters zijn én in internationale luchthavens, om zich vervolgens een uur later naïef af te vragen of de diversiteit van de nationaliteiten van de slachtoffers geen indicatie is van een false flag operation. Volgens Dammegård is dit een middel om de emotionele respons zo internationaal, zo wereldwijd mogelijk te maken.
Over de echte daders, of beter, de uiteindelijke opdrachtgevers blijft hij vaag. In het begin van de lezing vermeldt hij 1000 personen die tot de heersende elite zouden behoren, die deze aardkloot zouden bestieren. Het topje van de machtspiramide. Elders liet hij vallen dat de Zionisten deel zouden uitmaken van die elite. Een samenzwering zonder joden concipiëren is schier onmogelijk, zo blijkt nog maar eens. Tegen het einde van de lezing laat hij nog een hint vallen: de ooggetuigen (de boodschappers) en de al dan niet echte slachtoffers komen overwegend uit een van de NAVO-landen, volgens Dammegård. Mij lijkt dat een heel eigenaardige vaststelling voor een zelfverklaarde expert in aanslagen, maar dat terzijde. De NAVO is een instrument gericht tegen Poetins Rusland. Ergo? Ook op deze vraag is er maar één juist antwoord: “Mmmh, juist ja”.
De opdrachtgevers compartimentaliseren de aanslagen, aldus Dammegård. De verschillende groepjes betrokkenen kennen elkaar niet, hebben vaak geen weet van elkaars bestaan. Maar dat belet de eerste de best complotzot met een internetverbinding niet om deze verbanden, waarvan het bestaan niet in twijfel wordt getrokken, te zien. Het kluwen van het internationale terrorisme wordt door iemand van het niveau zatte nonkel feilloos ontrafelt. Nu, echt hoeft het ons niet te verbazen: uiteindelijk zijn het toch gewoon maar de joden.
Het flinterdunne verhaaltje van Ole Dammegård, de indomme uitleg van iemand die overal schijnbare anomalieën blootlegt, of beter, alles gemakshalve beschouwt als een anomalie, is ronduit stuitend. Hoewel de competitie zeer sterk is, lijkt Ole Dammegård van alle complotdenkers die ik de laatste jaren heb bezig gehoord, mij degene met de meest banale en doorzichtige uitleg. En toch weet ook deze kwiet zijn verhaal te verkopen. Anderzijds, welk verhaal zou men een stelletje complotverslaafden niet kunnen wijsmaken, zolang het maar niet strookt met de officiële versie?
Zelden heb ik een luiere denker gehoord, iemand die in de verste verte niet gehinderd wordt door zelfreflectie of reflectie op het eigen denken. Deze man zit onwrikbaar vast in zijn geloof, in het eigen grote gelijk en hij geniet daar zichtbaar van. Twee, drie uur lang raffelt deze man zijn complottheorietjes af. En dat tot groot jolijt van zo’n 200 gelijkgestemden die naar het reeds lang gekende verhaal kwamen luisteren.
Uiteindelijk werden hier slechts twee boodschappen verkondigd of versterkt: elke aanslag is een false flag operation en wij weten dat want wij zijn ontwaakt. Want wij weten beter, wij zijn beter. Vooral dat laatste. Amen.